Geen tranen meer: tips om het wegbrengen gemakkelijker te maken
“Ik zie je vanmiddag!”
“Ik beloof dat ik weer terugkom!”
“Het wordt heel leuk vandaag!”
“Het komt allemaal goed!”
Misschien heb je deze dingen ook wel gezegd op de opvang of op school, terwijl je kind zich aan je vastklampte en je smeekte om niet weg te gaan. Misschien vroeg je kind je wel in tranen om bij je te blijven. Of werden je benen vastgehouden, toen je probeerde te gaan. Laten we eerlijk zijn, afscheid nemen kan moeilijk zijn, zowel voor onze kinderen, als voor onszelf.
Een beetje scheidingsangst is normaal voor jonge kinderen. Het begint vaak als ze ongeveer zes tot twaalf maanden oud zijn. Vaak is er een piek als ze ongeveer 18 maanden zijn en meestal wordt het minder tussen de vier en de vijf jaar1. Het komt regelmatig voor als jonge kinderen voor het eerst naar de opvang of naar school gaan. Of als ze naar een nieuwe groep of nieuwe school gaan. Het kan ook erg wisselen; kinderen kunnen de ene dag blij zijn om te gaan en het de volgende dag juist moeilijk vinden.
Gescheiden zijn van hun ouders of verzorgers, is iets dat kinderen langzaamaan leren. En om dat te leren, hebben ze jouw hulp nodig. Het is belangrijk dat ze zich veilig voelen op dat moment. Dat veilige gevoel helpt bij het ontwikkelen van onafhankelijkheid, vertrouwen en zelfvertrouwen.
Jij kent je kind het beste en weet wat helpt bij het afscheid nemen. Ter inspiratie vind je hier een paar extra tips. Deze kun je proberen om je kind zich veilig te laten voelen zonder jou.
Blijf positief
Als jij positief blijft en laat merken dat je de gevoelens van je kind begrijpt, kan dat de angst van je kind verminderen2. Vóórdat je ’s ochtends je kind wegbrengt, kun je praten over de leuke dingen die je kind die dag gaat doen. Herinner je kind aan de mensen die je kind weer zal zien, zoals vriendjes en de leerkracht of pedagogisch medewerkers.
Gaat je kind naar een nieuwe school of een nieuwe opvang? Praat dan over de activiteiten die ze waarschijnlijk gaan doen en die je kind leuk vindt, zoals voorlezen, verven of buiten spelen. Je kunt ook een ‘mijn eerste dag’-bord (of kaart) maken. Hierop schrijf je bijvoorbeeld de naam en leeftijd van je kind, z’n favoriete activiteiten en de naam van de leerkracht. Dat kan helpen om enthousiaster te worden om te gaan. Ben je aangekomen op school of de opvang? Help je kind dan op gang met een activiteit en speel daar een tijdje samen mee. Of loop samen naar de leerkracht om te laten weten dat jullie er zijn. Neem kort en duidelijk afscheid als het tijd is om te gaan. Zo weet je kind dat je weggaat. Door het kort te houden, voorkom je dat het onrustig of verwarrend is voor je kind3.
Vijf praktische tips waardoor kinderen rustig kunnen starten met hun dag
- Zorg dat je klaar bent om te gaan: Verminder stress en haast. Zorg dat de kleren voor die dag klaarliggen, de tas is ingepakt en eventueel eten en drinken klaar is voor die dag. Betrek je kind bij deze voorbereidingen als dat lukt.
- Lees boeken voor: Er zijn leuke (prenten)boeken over naar school of de opvang gaan. Lees ze voor aan je kind. Kijk in de bibliotheek of zoek online naar ideeën. Je kunt ook jouw eigen ervaringen met school of de opvang vertellen, zodat je kind van jou kan leren.
- Bereid je kind voor: Gaat je kind naar een nieuwe groep, opvang of school? Ga van tevoren al een paar keer kijken. Zo kan je kind oefenen en al wennen aan de omgeving. Of laat foto’s zien, zodat je kind weet wat hij kan verwachten. En wijs dingen aan die je kind waarschijnlijk leuk vindt, bv. “Kijk, ze hebben schommels!”
- Speel het na: Speel het ochtendritueel na met het favoriete speelgoed van je kind. Laat je kind de leerkracht of pedagogisch medewerker spelen. Vaak vinden kinderen het heerlijk om de leiding te nemen. Zorg er wel voor dat je kind het leuk blijft vinden.
- Zorg voor gezellige en rustige ochtenden: Houd de ochtenden zo rustig mogelijk. Probeer een vast ritme aan te houden. Misschien kun je een schema maken met plaatjes van wat er in de ochtend gebeurt voor jullie weggaan. Je kunt ook een speellijst maken met muziek voor thuis of onderweg. Laat je kind z’n favoriete muziek kiezen en zing of dans mee.
Een speciaal afscheidsritueel
Uit onderzoek blijkt dat afscheid nemen gemakkelijker wordt als er een afscheidsritueel is, waarbij je telkens hetzelfde doet als je weggaat3. Kinderen hebben houvast aan routines. Deze helpen hen om zich veilig te blijven voelen als je weggaat. Een afscheidsritueel kan net zo eenvoudig of uitgebreid zijn als je zelf wilt. Het belangrijkste is dat je het blijft doen.
Voorbeelden van een afscheidsritueel:
- Een high-five, knuffel of kus.
- Een liedje zingen die jullie beiden heerlijk vinden. Of de tekst in een bekend liedje veranderen met de naam van je kind erin.
- Elke dag dezelfde woorden zeggen, bv. “Dag lieverd, tot vanmiddag!”
- Een klein tekeningetje of sticker op de hand, zoals een hartje of smiley. Je kind kan daar gedurende de dag naar kijken en aan je denken.
Wat je ook kiest, het beste is om je aan het afscheidsritueel te houden. Probeer het kort te houden en blijf niet te lang, misschien vijf tot tien minuten. Is je kind toch overstuur? Troost dan je kind. Bedenk ook dat het helpt om ná het afscheid te proberen om weg te gaan. Ga nooit weg zonder afscheid te nemen. Het is belangrijk dat je kind zich gezien voelt en gerustgesteld wordt3. En wordt je kind soms door een andere ouder of iemand anders weggebracht? Dan is het fijn als iedereen zich aan hetzelfde ritueel houdt.
Stimuleer onafhankelijkheid: breng tijd apart door om scheidingsangst te verminderen
Sommige kinderen vinden het al moeilijk als hun ouders of verzorgers zonder hen naar een andere ruimte in huis gaan. Dus een kind achterlaten op de opvang of school, kan heel erg moeilijk zijn. Dit is vooral vaak zo voor jonge kinderen en baby’s1.
Je kunt helpen door korte momenten niet bij je kind te zijn. Daardoor leert je kind hiermee omgaan. Dat betekent niet dat je meteen een oppas moet organiseren of een speelafspraak moet organiseren voor je kind. Het kan gewoon thuis en je kunt heel klein beginnen. Breng wat tijd apart van je kind door in een andere ruimte in huis. Of laat je kind dingen doen zonder jouw hulp. Dat stimuleert z’n zelfvertrouwen.
Voor baby’s en kleine kinderen betekent dat bijvoorbeeld dat je gewoon een paar minuten even in een andere ruimte bent. Vervolgens laat je zien dat je weer terugkomt (als je kind nog heel jong is, dan is het wel het beste dat er iemand is die toezicht kan houden op je kind). Is je kind iets ouder? Dan kun je vragen om bijvoorbeeld iets voor jou in de wasmand te stoppen. Of om servetjes uit de keuken op te halen. Geef je kind veel aandacht en een compliment voor z’n inzet, bv. “Je hebt het helemaal zelf gedaan, je mag trots zijn op jezelf.” Als kinderen meer tijd zonder jou doorbrengen, zélfs in die korte momenten, kunnen ze zelfverzekerder worden in het omgaan met langere momenten zonder jou3.
Troosten en praten om de angst van je kind te verminderen
Het is goed om je kind te troosten als hij overstuur is en begrip toont voor z’n gevoel. Stel je kind gerust. Laat weten dat die gevoelens heel normaal zijn. Wees liefdevol. Eén van de belangrijkste dingen die je kunt zeggen, is dat je terugkomt. Waarschijnlijk is dát waar je kind zich diep van binnen zorgen over maakt. Is je kind oud genoeg? Vraag dan om aan jou te vertellen wat hem zo verdrietig maakt. Dat helpt je kind om z’n emoties te verwerken en met moeilijke situaties om te gaan. Stel je kind gerust bij het afscheid nemen. Help je kind om iets te gaan doen dat hij leuk vindt, zoals met een vriendje spelen of een activiteit kiezen. En geef een compliment als je kind, ondanks z’n angst, dit tóch gaat doen.
Ouders en verzorgers kunnen zelf ook allerlei emoties voelen. Het is heel begrijpelijk dat je je zorgen maakt als je kind moet huilen bij het afscheid. Gesprekken met school of de opvang kunnen ervoor zorgen dat het voor iedereen beter voelt. Praat erover hoe jij je kind kunt helpen. Werk samen met de school of opvang om alles zo soepel mogelijk te laten verlopen. Misschien stellen ze bij jongere kinderen voor om iets van thuis mee te nemen, zoals speelgoed, een knuffel of een foto. Misschien proberen ze je kind te helpen door al voor en tijdens het afscheid met hem te gaan spelen. Blijft het toch een moeilijk afscheid? Vraag dan of je hen later op de ochtend mag bellen om te horen hoe het gaat. Waarschijnlijk zul je merken dat het al vrij snel na je vertrek goed gaat met je kind.
Het is belangrijk dat je kind weet dat hij erop kan vertrouwen dat jij terugkomt. Dan is het minder moeilijk om van jou gescheiden te zijn. Zorg ervoor dat je je aan de afspraken houdt die jij met je kind hebt gemaakt. Wees eerlijk en duidelijk. Laat je kind van tevoren weten wie hem komt ophalen en wanneer (tegen jongere kinderen kun je zeggen ‘na het eten’ in plaats van ‘om 1 uur’). En haalt iemand anders je kind op? Vertel dan waar en wanneer jij je kind weer ziet.
Wanneer is het goed om hulp te zoeken bij scheidingsangst?
Sommige kinderen zijn meer verlegen of stressgevoeliger dan anderen. Het kan zijn dat ze wat extra steun nodig hebben bij het afscheid nemen4. Probeer je kind niet te vergelijken met leeftijdsgenootjes of met broertjes of zusjes. Elk kind is anders en kan angsten op andere manieren ervaren.
Kinderen veranderen ook. Er kunnen momenten zijn waarop ze het moeilijk vinden om afscheid te nemen en momenten dat je ze heel gemakkelijk kunt achterlaten op de school of de opvang. Om even later misschien weer een periode te krijgen die moeilijker is. Aan het begin van het jaar komt het vaker voor dat ‘weer-naar-school’ voor moeilijke momenten zorgt.
Er zijn wel signalen waar je op kunt letten om te zien of jouw kind angstiger is dan anderen. Jij kent je kind het beste. Als je denkt dat het ernstiger is en je blijft je zorgen maken, vraag dan hulp aan je huisarts, jeugdgezondheidszorg of wijkteam1.
Het is belangrijk om ook goed voor jezelf te zorgen. Het kan stressvol en moeilijk zijn, om je kind overstuur te zien en zo achter te laten. Steun zoeken kan een teken van kracht zijn, of je dat nu doet door er met andere ouders over te praten of door hulp te vragen aan een professional.
Wil je meer tips over het opvoeden van zelfverzekerde kinderen? Kijk dan eens bij Positief Opvoeden Online.
Referenties
- Feriante, J., Torrico, T. J., & Bernstein, B. (2024). Separation Anxiety Disorder. In StatPearls. StatPearls Publishing LLC. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32809628/
- Gouze, K. R., Hopkins, J., Lavigne, J. V., & Bryant, F. B. (2022). A multi-level longitudinal model of risk factors for generalized and separation anxiety symptoms in a community sample of 6-year-olds. Child Psychiatry & Human Development, 53(3), 405-417. https://doi.org/10.1007/s10578-021-01132-7
- Klein, P., Kraft, R., & Shohet, C. (2010). Behaviour patterns in daily mother-child separations: Possible opportunities for stress reduction. Early child development and care, 180, 387-396. https://doi.org/10.1080/03004430801943290
- Sandstrom, A., Uher, R., & Pavlova, B. (2020). Prospective association between childhood behavioral inhibition and anxiety: A meta-analysis. Research on Child and Adolescent Psychopathology, 48(1), 57-66. https://doi.org/10.1007/s10802-019-00588-5